Goeienavond beste lezer, Misschien herinnert u ze zich ook nog: de fles Piedboeuf die in de jaren 70 en 80 op veel Vlaamse tafels nog even ritueel bij het middagmaal hoorde als de Heilige Drievuldigheid vlees-groenten-aardappelen. Zoet lichtbruin tafelbier zat erin, met een alcoholpercentage van 1,1 procent, laag genoeg – zo werd toen nog bevonden – om door oud en jong gedronken te worden. Vandaag weten we beter, maar tradities zijn hardnekkig en economische belangen vaak enorm. In Frankrijk mochten oudere kinderen in schoolkantines nog tot 1981 een glas wijn bij hun boterhammen drinken. Voor min 14-jarigen werd dat pas in 1956 verboden. De Franse jeugd kreeg de nationale trots met de paplepel ingegoten. Het verklaart, onder andere, waarom de Franse wijnbouw haast onaantastbaar is, ook nu steeds meer verhalen opduiken over de rampzalige gevolgen van het pesticidengebruik in de sector. Kanker, parkinson, zenuwziekte: boeren worden ziek, maar ook hun buren. Ze roepen almaar luider om gehoord te worden. Maar de wijnbouw is een economische gigant: bijna 5 miljard liter per jaar, goed voor het levensonderhoud van een half miljoen Fransen. En dus gaan politici graag naar grootse diners waar producenten hun bekommernissen delen en krijgt de sector allerlei uitzonderingen op regelgeving (bijvoorbeeld voor reclame) die voor andere alcoholsectoren niet gelden. Wiens wijn men drinkt, diens woord men zingt? |